Home pensioen Pagina 2

pensioen

Waardeoverdracht pensioen uit het buitenland

by Jeroen Boers Jeroen Boers Geen reacties

Een werknemer die naar een nieuwe werkgever overstapt heeft een wettelijk recht om zijn opgebouwde pensioen samen te voegen met het pensioen bij zijn nieuwe werkgever. Dat betekent dat pensioenuitvoerders moeten meewerken aan deze waardeoverdracht. Tot 2015 moest een werknemer binnen 6 maanden een verzoek hiervoor indienen bij de nieuwe pensioenuitvoerder, maar deze verzoektermijn is inmiddels vervallen. In beginsel geldt dit recht ook voor pensioenoverdracht vanuit buitenlandse pensioenuitvoerders. De praktijk leert echter dat dat zelden lukt.

Read more

Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid en de pensioenpremie.

by Jeroen Boers Jeroen Boers Geen reacties

In de brief van 31 maart 2020 aan de Tweede kamer verduidelijkt het kabinet wat er wordt verstaan onder het loonbegrip in de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW).

Op 31 maart 2020 heeft het kabinet over de op 17 maart aangekondigde noodmaatregelen nadere duidelijkheid verschaft. Deze noodmaatregelen zijn getroffen om de (economische) gevolgen van de bestrijding van het coronavirus zoveel mogelijk te verzachten of te verminderen.

Eén van de noodmaatregelen is de NOW. Hierin staat onder andere dat werkgevers die hierop een beroep doen een subsidie kunnen ontvangen van maximaal 90% van de loonsom om hiermee de salarissen van het personeel grotendeels te kunnen doorbetalen. Het was echter onduidelijk wat er allemaal onder die loonsom valt.

In de brief van 31 maart geeft het kabinet aan dat hieronder ook de pensioenpremies vallen, zowel het werknemers- als het werkgeversdeel. Om het aanvraagproces van de subsidie te bespoedigen wordt er gerekend met een opslag voor werkgeverslasten van 30% van de loonsom. Wel is de subsidie gemaximeerd op 2x het maximumdagloon per individuele werknemer. Dit komt neer op een salaris van ca. € 9.538,- per maand; voor het salarisdeel daarboven wordt geen loonkostensubsidie verstrekt.

Het is goed dat er nu duidelijkheid is over de pensioenpremies; die vallen dus ook onder de regeling van de loonkostensubsidie.

Jeroen Boers, directeur & consultant, lid van de PensioenOrde (Beroepsorganisatie van pensioendeskundigen)

Het effect van het Corona-virus op het pensioenvermogen

by Jeroen Boers Jeroen Boers Geen reacties

De wereldwijde Corona-crisis zorgt voor enorme schommelingen op de beurzen.

Wereldwijd ligt het openbare leven vrijwel stil als gevolg van het coronavirus (Het coronavirus wordt aangeduid als 2019-nCoV en de ziekte als gevolg hiervan als COVID-19). Wat in december 2019 startte in China, is in korte tijd uitgegroeid tot een wereldwijde pandemie. Het coronavirus is een volksgezondheidscrisis van ongekende omvang. De onzekerheid die het coronavirus met zich meebrengt heeft de afgelopen weken geleid tot enorme effecten op financiële markten en raakt ook opgebouwde pensioenvermogens.

In de afgelopen weken zijn aandelenmarkten met een ongebruikelijke snelheid gedaald. Ook obligatiemarkten werden geraakt. Dit is sinds 1987 niet meer vertoond. Het tijdelijk disfunctioneren van financiële markten en de heftige schommelingen tonen sterke onevenwichtigheden tussen vraag en aanbod. De wereldwijde financiële crisis van 2008-2009 kon worden bestreden door massaal ingrijpen van centrale banken door geld ter beschikking te stellen aan banken. Nu nemen centrale banken en overheden ook zeer verregaande monetaire en fiscale maatregelen. Het coronavirus zelf zal er niet mee verholpen worden omdat dit een volksgezondsheidscrisis is. Het ingrijpen van centrale banken en overheden is dus vooral gericht op de financiële gevolgen van deze crisis op de economie en het voorkomen van een liquiditeitscrisis zoals in 2008-2009.

Hoe langer de onzekerheid rondom het coronavirus aanhoudt, des te groter de impact. Of deze impact tijdelijk en mild of aanzienlijk en langdurig is, hangt voornamelijk af van het succes van de inperkingsmaatregelen van overheden en de medische maatregelen, net als de economische interventies van centrale banken en overheden. Vanaf het moment dat het coronavirus onder controle is, is de verwachting dat consumenten hun uitgaven hervatten en bedrijven weer normaal kunnen functioneren. Een V-vormig herstel is dan niet onwaarschijnlijk. Een V-vormig herstel wordt gekenmerkt door een scherpe economische achteruitgang gevolgd door een snel en duurzaam herstel. Maar of dat gaat gebeuren en wanneer, is niet te voorspellen.

Korte termijn gevolgen

Op korte termijn heeft het vooral gevolgen voor pensioendeelnemers die enkele jaren voor hun pensioendatum zitten. Meer dan 90% van de deelnemers in een beschikbare premieregeling bouwt pensioenvermogen op door middel van zogenaamd Life-Cycle beleggen. Afhankelijk van het beleggingsprofiel (defensief, neutraal of offensief) wordt richting pensioendatum het deel zakelijke waarden (aandelen, grondstoffen en beursgenoteerd vastgoed) geleidelijk afgebouwd en wordt automatisch meer belegd in vastrentende waarden (obligaties). Door deze aanpak wordt het effect van dalende aandelenkoersen kleiner en de gevolgen voor pensioenopbouw beperkt.
Een tweede belangrijk kenmerk van Life-Cycle beleggen, is dat er naast zakelijke waarden en vastrentende waarden binnen elk beleggingsprofiel gebruik wordt gemaakt van een rente-bescherming. Door de daling van de rente als gevolg van ingrijpen van centrale banken, heeft deze rente-bescherming – afhankelijk het beleggingsprofiel – in meer of mindere mate een dempend effect gehad op de negatieve gevolgen van de ontwikkelingen op de financiële markten op het opgebouwde pensioenvermogen.

Lange termijn gevolgen

Voor deelnemers waarvan de pensioendatum nog ver in de toekomst ligt, hebben de huidige ontwikkelingen ook gevolgen. De factor tijd heeft hier echter de kans zijn werk te doen. Daar komt ook nog het effect bij van het maandelijks inleggen van de premie. Met de maandelijks premies worden door de tijd heen zakelijke waarden aangekocht. Door de tijd heen worden er dus tegen hogere en nu dus tegen fors lagere koersen zakelijke waarden gekocht.

Vooruitzichten

Een pandemie zoals het coronavirus en de gevolgen die dit heeft op de economie en financiële markten, laten zich niet voorspellen. Het hoort bij de risico’s van lange termijn beleggen. Dat geldt net zo goed voor het herstel dat na die dalingen doorgaans plaatsvindt. Ook na de diepste dalen volgde herstel. Hoelang het duurt voor dat herstel komt en hoe snel dat herstel vervolgens plaatsvindt, is nu niet in te schatten. Verwacht wordt dat de beweeglijkheid op financiële markten nog enige tijd zal aanhouden. Hoelang gaat het duren, wanneer het virus onder controle is en wat de uiteindelijke impact is op de economie, zijn vragen die tot op heden nog niet beantwoord kunnen worden. De vrees is dat het gaat leiden tot minder goede resultaten voor bedrijven (lagere winsten) en daarmee tot een recessie. Hier staat tegenover dat overheden en centrale banken vergaande maatregelen nemen om de economische gevolgen van het coronavirus te lijf te gaan.

Het hoofd koelhouden is het devies

Paniek en angst zijn slechte raadgevers. Het hoofd koel houden is dus het devies. Werknemers die pensioenvermogen opbouwen, doen er goed aan ervoor te zorgen altijd te weten hoeveel risico ze kunnen lopen om hun doelstellingen te behalen en hoeveel risico ze bereid zijn te lopen. Dagelijkse gebeurtenissen in de financiële markten, hoe heftig soms ook, zouden geen directe redenen moeten zijn om af te wijken van een gekozen risicoprofiel.

Bron: Aegon Investment Office, 17 maart 2020

Jeroen Boers, directeur & consultant, lid van de PensioenOrde (Beroepsorganisatie van pensioendeskundigen)

“Maximale pensioenpremie in nieuwe stelsel voorlopig op circa 27%”

by Jeroen Boers Jeroen Boers Geen reacties

De pensioenpremie wordt in het nieuwe pensioenstelsel gemaximeerd op ongeveer 27%. Dat zegt minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken vrijdag in een interview met PensioenPro, het vakblad voor de pensioensector.

Een aantal pensioenfondsen, met name ondernemingspensioenfondsen, zitten nu boven dat percentage. Zij kunnen dan in het nieuwe stelsel minder pensioen beloven aan hun werknemers. Sociale partners en kabinet gaan in de stuurgroep, die deze maand begint met de uitwerking van het pensioenakkoord, in overleg over wat er gedaan kan worden voor fondsen die nu een hogere premie inleggen.

In het pensioenakkoord van juni is afgesproken dat de belastingregels voor pensioen op de schop gaan. De premie staat straks centraal, in plaats van de opbouw. Nu mogen werknemers maximaal 1,875% van hun salaris per jaar aan pensioen opbouwen. Op basis daarvan stellen sociale partners de premie vast. Straks komt er een maximale premie en volgt de pensioenopbouw.

Dat de premie maximaal 27% wordt ligt volgens Koolmees nog niet vast, maar dit percentage gaat in de pensioensector al langer rond. Het gaat om eerste berekeningen van het ministerie van financiën, waarbij is uitgegaan van wat er op dit moment door werkgevers en werknemers daadwerkelijk aan premie wordt betaald, aldus de minister. “We bezuinigen hier niet op“, zegt hij tegen PensioenPro. “Hoeveel het precies wordt, is onderdeel van de uitwerking van het pensioenakkoord.

De berekening is gemaakt op basis van premies over 2018 en moet sowieso bijgewerkt worden bij de overstap naar het nieuwe stelsel, volgens planning vanaf 2022. De premies zijn in 2019 al iets gestegen. De meeste bedrijfstakpensioenfondsen rekenen nu premies van onder de 27% (inclusief nabestaandenpensioen).

De minister sluit in het interview niet uit dat er nog maatregelen volgen tegen kortingen, maar wil daar niet op vooruit lopen. “Wij zien natuurlijk de zorgen van mensen. Maar we kunnen geen gratis geld beloven.

Het gesprek vond donderdagochtend plaats, voorafgaand aan het Kamerdebat over de dreigende kortingen op miljoenen pensioenen. In het debat zei Koolmees toe dat hij een aantal scenario’s naar de Tweede Kamer stuurt met mogelijkheden om kortingen te voorkomen of te verzachten. Daarover gaat hij de komende weken in gesprek met de pensioenfondsen en sociale partners.

Bron: Financieel Dagblad, 6 september 2019

Jeroen Boers, directeur & consultant, lid van de PensioenOrde (Beroepsorganisatie van pensioendeskundigen)

ANW-hiaatverzekering: wel of niet meeverzekeren?

by Jeroen Boers Jeroen Boers Geen reacties

Het overgrote deel van de actieve beroepsbevolking in Nederland bouwt via de huidige werkgever pensioen op of heeft dat via vorige werkgevers gedaan (bron: CBS, februari 2019). Naast een ouderdomspensioen is er voor de meeste werknemers ook een partnerpensioen geregeld. Soms is er ook de keuze om het ANW-hiaatpensioen mee te verzekeren. Maar wat is het en waarom zou je het meeverzekeren?

De ANW (Algemene Nabestaanden Wet): geregeld door de overheid

De Algemene Nabestaandenwet (ANW) is een basisuitkering van de overheid. Elke inwoner van Nederland is hiervoor automatisch verzekerd. De ANW staat los van het nabestaandenpensioen waar je recht op kan hebben via de werkgever van je partner. Verder duurt de ANW-uitkering niet tot je eigen overlijden, zoals de AOW, maar hij duurt tot je de AOW-leeftijd hebt bereikt.

De ANW biedt dus financiële ondersteuning na het overlijden van een partner of ouder. Er zijn wel strenge eisen om in aanmerking te komen voor een uitkering, dus ga er niet te snel vanuit dat je hierop kunt terugvallen. Het bedrag dat je krijgt, is maximaal zeventig procent van het minimumloon; dit komt neer op ca. € 15.788 bruto per jaar (per 1 juli 2019).

ANW: voor wie?

Als nabestaande heb je recht op een ANW-uitkering als je aan één van de volgende voorwaarden voldoet:

  •    je bent geboren vóór 1 januari 1950;
  •    je bent geboren na 1 januari 1950 en verzorgt een kind jonger dan achttien jaar;
  •    je bent voor ten minste 45 procent arbeidsongeschikt.

De ANW kent echter wel een inkomenstoets bij je partner; heeft je partner inkomen uit arbeid of in verband met arbeid (denk aan een WAO- of WW-uitkering)? Dan wordt dit inkomen gedeeltelijk of helemaal gekort op de nabestaandenuitkering. Het komt er op neer dat je met een inkomen vanaf € 2.638,94 bruto per maand (2019), geen ANW-uitkering meer krijgt. Voor meer informatie kun je terecht op svb.nl.

ANW-hiaatverzekering: wat is het?

De (collectieve) ANW-hiaatverzekering of ANW-gatverzekering is bedoeld als aanvulling op een ANW-uitkering. Omdat deze uitkering meestal (te) laag is kan het voor je partner moeilijk zijn om rond te komen na je overlijden. Een ANW-hiaatverzekering (ook wel NabestaandenOverbruggingsPensioen of Tijdelijk Partner Pensioen genoemd) kan dan uitkomst bieden.

De ANW-hiaatverzekering keert altijd een vooraf afgesproken bedrag uit, ongeacht het inkomen dat je partner verdient. Je bepaalt zelf hoe lang er moet worden uitgekeerd. Als je partner binnen de uitkeringstermijn van de verzekering komt te overlijden, blijft de verzekeraar doorbetalen aan je erfgenamen (tot het eind van de afgesproken periode).

ANW-hiaatverzekering: waarom zou je dit meeverzekeren?

Een collectieve ANW-hiaatverzekering kan zowel verplicht als vrijwillig worden aangeboden door de werkgever. Als het een verplicht onderdeel van de pensioenregeling is, dan hoeft er niet gekozen te worden.

Maar bij veel werknemers is het verzekerde partnerpensioen echter niet voldoende om de achterblijvende partner en eventuele kinderen financieel goed achter te laten. Dit kan een belangrijke reden zijn om te besluiten een extra tijdelijk partnerpensioen mee te verzekeren.

Vaak is er ook door een overstap naar een andere werkgever een gat ontstaan in het nabestaandenpensioen. Of is een werknemer pas op latere leeftijd in het arbeidsproces gekomen en is er nog maar weinig nabestaandenpensioen opgebouwd. Met een ANW-hiaat verzekering kan dit (deels) worden opgevuld.

Wie betaalt de premie?

Bij een verplichte regeling zal veelal de werkgever de premie hiervoor betalen. In de meeste gevallen betaal je als werknemer echter zelf de premie, met name als het een vrijwillige verzekering is. Maar gelukkig zit er een belastingvoordeel aan het betalen van de premie. De premie wordt namelijk op het bruto salaris in mindering gebracht, waardoor je minder belasting betaalt. De eventuele uitkering is dan weer belast.

Hoe kun je je hiervoor aanmelden?

Bij verplichte regelingen zal de werkgever je aanmelden. Als het een vrijwillige optie is, dan geldt vaak in collectieve regelingen dat aanmelding moet gebeuren binnen drie maanden na in dienst treden. Om in aanmerking te komen hiervoor hoeven geen medische vragen te worden beantwoord. Als aanmelding later plaatsvindt, dan zal de verzekeraar meestal wel vragen over je gezondheid gaan stellen. Let dus op als je in dienst treedt bij een nieuwe werkgever dat je je dan ook zo snel mogelijk aanmeldt.

Wilt u als werkgever ook het nabestaandenpensioen regelen of verbeteren?  Neem dan contact met ons op voor meer informatie.

Jeroen Boers, directeur & consultant